Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de schepen van den [48]oever der Chitteers, die zullen Assur plagen, zij zullen ook [50]Heber plagen; en [51]hij zal ook ten verderve zijn. 48. Hebreeuws, hand; dat is, kust of oever. 49. Kittim of Chittim is geweest een van de zonen van Javan, den zoon van Jafeth, die Noachs zoon was; Gen.10:4; zijn nakomelingen hebben zich nedergezet in Cilicie, Macedonie, Cyprus en Italie. Josef. lib.4, cap.22, Antiq. (Flavius Josefus, Joodse oudheden, 4de boek, 12de hoofdstuk). Zodat onder het woord Chittim somtijds dit, somtijds dat volk of natie verstaan wordt. 50. Dat is, de Hebreen of nakomelingen van Heber, van welken zie Gen.10:22,24. Al de Joden of Israelieten zijn Hebers nakomelingen, die door de Romeinen en Grieken zijn geplaagd geweest. 51. Te weten, de Chittieter.